Gesloten distributiesystemen: eigen energienet als versneller van duurzaamheid

Schematische weergave van een Gesloten Distributiesysteem (GDS) dat duurzame energiebronnen zoals wind- en zonne-energie koppelt aan grootverbruikers, met koppeling aan het openbare elektriciteitsnet.

Stel je voor: een bedrijventerrein of energiecluster dat zelf het stroomnet beheert. Waar groene stroom direct wordt gedeeld tussen aangesloten partijen, zonder afhankelijk te zijn van lange wachttijden of standaardprocedures van de netbeheerder. Geen theorie, maar een bewezen model. Het gesloten distributiesysteem (GDS) biedt die mogelijkheid. In dit artikel lees je wat een GDS is, wat de regels zijn, waarom de ACM streng toetst, en waarom dit een serieus alternatief kan zijn voor wie lokaal duurzame energie wil organiseren.

Wat is een GDS precies?
Een gesloten distributiesysteem is in de kern een particulier stroomnet, bedoeld voor een afgebakend terrein (bijv. industrieterrein of campus) zonder huishoudens, met maximaal 500 aansluitingen. In plaats van een reguliere netbeheerder zoals Liander of Enexis, kan de eigenaar van het net zélf de rol van beheerder op zich nemen, mits de ACM daar ontheffing voor verleent. Die ontheffing is de crux, en daarvoor gelden strikte voorwaarden.

De wettelijke basis ligt in artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998, dat is gebaseerd op de Europese Richtlijn 2009/72/EG. De gedachte achter het GDS is dat in sommige situaties het efficiënter, veiliger of logischer is als een net door de gebruikers zelf wordt beheerd – mits het om een besloten groep gaat met duidelijke samenhang.

De voorwaarden: criterium a of b (of allebei)
De ACM toetst elke aanvraag op twee kerncriteria:
a. Technisch of veiligheidsinhoudelijk geïntegreerde bedrijfsvoering Is het netwerk technisch verweven met de bedrijfsvoering van de gebruikers? Denk aan één procesketen, gedeelde installaties, beveiligingsvereisten of een campus met gemeenschappelijke infrastructuur. De energiestromen binnen het netwerk zijn dan zodanig afhankelijk van de fysieke samenhang, dat het één geïntegreerd geheel vormt.
b. Levering aan eigenaar of verwante ondernemingen Wordt de stroom geleverd aan bedrijven die onder dezelfde eigenaar vallen of onderling verbonden zijn (holding, coöperatie, concernstructuur)? Dan is sprake van een interne structuur, en dus van distributie binnen één economische entiteit.

Een GDS moet aantoonbaar voldoen aan minstens één van deze twee. De ACM kijkt daarbij streng naar feitelijke verbondenheid en niet alleen naar contractuele afspraken. Een louter commerciële relatie tussen een beheerder en gebruiker volstaat niet.

Geen kleinverbruik toegestaan
Een belangrijk en vaak onderschat punt: een GDS mag geen kleinverbruikers aansluiten. Dat betekent dat huishoudens, winkels of kleine kantoren met een aansluiting tot 3×80 ampère zijn uitgesloten. De enige uitzonderingen die de ACM toelaat zijn situaties waarin bijvoorbeeld één of enkele woningen noodzakelijkerwijs op het GDS zijn aangesloten (bijv. een bedrijfswoning op een terrein), maar dit moet dan goed gemotiveerd worden en mag absoluut niet het karakter van het systeem veranderen.

In de praktijk betekent dit dat een GDS zich altijd moet richten op grootverbruikers: bedrijven, instellingen of andere entiteiten met een grotere aansluiting en een bijbehorend zakelijk karakter. Dit sluit perfect aan bij bedrijventerreinen, energieclusters of industriële samenwerkingen. Zodra een initiatief ook consumenten of kleingebruikers wil gaan bedienen, vervalt de mogelijkheid tot ontheffing en is er sprake van een regulier net dat onder toezicht van een regionale netbeheerder moet vallen.

Wat kan er wel? En waarom het werkt.
Green Grid Solutions werkt aan projecten waar samenwerking, regie en lokaal eigenaarschap centraal staan. Binnen zo’n context is een GDS soms precies het ontbrekende puzzelstuk: een manier om energie slim, duurzaam en collectief te organiseren. Denk aan een bedrijventerrein met zonne-energie, wind, opslag en flexibele gebruikers. Door samen een eigen netwerk op te zetten en te beheren, ontstaat ruimte voor innovatieve contractvormen, onderlinge afstemming en gedeeld gebruik van infrastructuur.

In Nederland zijn er succesvolle casussen van coöperatieve netten, windclusters en duurzame energiehubs waar een GDS is toegestaan. Wat ze gemeen hebben: een geografisch begrensd terrein, een duidelijke organisatorische band tussen gebruikers, en een energie-infrastructuur die functioneel verweven is met de bedrijfsvoering van de deelnemers.

De voordelen zijn concreet:

  • Sneller en efficiënter netgebruik, doordat onderlinge afstemming mogelijk is.
  • Meer ruimte voor lokale opwek en opslag, zonder afhankelijk te zijn van congestie op het openbare net.
  • Collectieve investering en exploitatie, waardoor schaalvoordelen ontstaan.
  • Regie in eigen hand, wat innovatie en samenwerking bevordert.

 

Waarom de ACM tegenwoordig strenger toetst
De ACM heeft de afgelopen jaren een veel duidelijkere lijn ingezet. Waar in het verleden sommige GDS-ontheffingen relatief soepel zijn verleend, is het huidige beleid gericht op strikte toepassing van de letter én geest van de wet. De aanleiding: een groeiend aantal aanvragen waarbij het GDS-model feitelijk wordt ingezet als alternatief voor regulier netbeheer, zonder dat voldaan wordt aan de fundamentele voorwaarden.

Casussen laten zien dat de ACM afwijst als:

  • het netwerk meer lijkt op een particulier distributienet voor derden,
  • er geen onderlinge verwevenheid is tussen gebruikers,
  • of als de aanvrager zelf geen eigenaar is van het net of het terrein.

De ACM wil voorkomen dat het GDS-regime een achterdeur wordt voor commerciële exploitatie of voor het omzeilen van congestieproblemen zonder samenhangende gebruikersgroep. Daardoor zijn alleen aanvragen met een goed onderbouwde governance, technische integratie en duidelijke verbondenheid nog kansrijk.

Lessons learned uit de praktijk
Bij Green Grid Solutions merken we dat veel initiatiefnemers de potentie van een GDS goed aanvoelen, maar onderschatten hoe kritisch de toetsing is. Een sterk verhaal op papier is niet genoeg – het gaat om het aantoonbaar realiseren van een samenhangend systeem, zowel fysiek als organisatorisch. De netstructuur, eigendomsvraagstukken, governance en contractuele inrichting moeten één geïntegreerd geheel vormen.

Wat helpt:

  • Begin op tijd met het analyseren van de juridische structuur.
  • Ontwerp het net fysiek als één samenhangend systeem.
  • Werk vanuit een gedeelde visie tussen alle gebruikers.
  • Onderbouw vanuit de inhoud – geen verkapte workaround, maar een doelbewuste keuze voor samenwerking.

Green Grid Solutions ondersteunt partijen hierbij – van visievorming en stakeholdertraject tot juridische toets en technisch ontwerp. Het GDS-instrument is niet makkelijk, maar voor wie het goed aanpakt, wel enorm waardevol.

 Tot slot
Wie met meerdere partijen écht samen wil optrekken in de energietransitie, vindt in een GDS een krachtig instrument. Niet als doel op zich, maar als slimme randvoorwaarde voor wat lokaal al leeft. Denk je na over een eigen energienet of een Energy Hub met meerdere gebruikers? Dan is het GDS-model de moeite waard om serieus te verkennen.

Meer weten over hoe dit in de praktijk werkt of of jouw project hiervoor geschikt kan zijn? Neem contact op of volg Green Grid Solutions voor inzichten, casussen en lessen uit de praktijk.

Bronmateriaal: ACM.nl, Elektriciteitswet 1998, Richtlijn 2009/72/EG, gepubliceerde besluiten over GDS-aanvragen.